flierefluiterij de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: flierfluiterij (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. het flierefluiten, nietsdoen

    Aj hum heurt, dan hef e drok wark, mor dat is niks as flierefluiterij, hij zit de godgaanse dag met (Hijken)

    Met zukke flierefluiterije heb ik niks op, ie wilt zaoterdags wat in de buse, nou, doet der dan ook (Noordscheschut)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...