flink I -en, de, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. grap, streek

    Hij zit nog vol flinken (Ruinen)

    Zie ook:
  2. (mv.) uitvindingen, manieren, streken

    Neie flinken

    Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen Zie ook:
  3. (md), in

    an de flinke

    z. ook

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...