flitseboog de, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: flitsebeugel (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), flitserboog (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. boog om mee te schieten

    As een piel oet een flitseboog, zo haard gung de haon er van deur

    Hai lop zo krom as een flitseboge (Emmer Compascuum)

    Dat is een mooie stok, daor wil wie een flitsebeugel van maken (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. kromme houding(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Ze laggen in een flitseboge (Roswinkel)

    Hij stund der as een flitseboge veur te trekken

    neemt een uur extra, bijv. gezegd in een café, als iem. weg wil

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...