flonkerd -s, de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord
  1. pronker

    Het is een flonkerd, zie kan zuk mooi veurdoen (Sleen)

    Die man hef een flonkerd van een vrouw kregen, die verpronkt alles (Beilen)

    *'t Is beter een flonkerd as een pronkerd (Exlo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...