flumig
bijvoeglijk naamwoord,
bijwoord,
Midden-Drenthe,
Midden-Drenthe,
Zuidoost-Drenthe,
Zuidoost-Drenthe,
Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte),
Zuidwest-Drenthe Zuid,
Zuidwest-Drenthe Zuid
Ook:
fluimig (Midden-Drenthe),
(Zuidoost-Drenthe),
(Zuidwest-Drenthe Zuid)
-
met een vlies, laag
Dat water is veul te fluimig um in te angeln (Nieuw Schoonebeek)
Dat sap is niet goed mèer, het is flumig (Sleen)
Zie ook:
Zoek meer voorbeeldzinnen...