foggel -s, de
  1. slecht mes(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Zie ook:
  2. dikke vrouw(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zie ook:
  3. in

    op de fochel

    krachtterm, soort eed (Mep), ook

    Ik was net bezig een paar appelties bij die boer uut de bome te bongeln, toen de veldwachter kwam - (Meppel)

    As dat jonk op de foggel giet, kan ik hum haost niet weer kriegen (Hollandscheveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...