Ook: fokselen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)
onbeholpen, moeizaam lopen(Veenkoloniën)
Hie foggelt der langs, hie vangt ok gien haze meer (Sleen)
Hij foggelt der mal over mit zien zere poot (Barger Compascuum)
nog flink stappen(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Muj zien, die foggelt der nog aordig aover (Hoogeveen)
prutsen, provisorisch in elkaar zetten(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Hai foggelt alles an mekaar (Emmer Compascuum)
Dat lek niks, daor bent ze zo an langes foggeld (Klazienaveen)
met de handen bewegingen maken(Zuidoost-Drenthe)
Hij foggelde wat mit de handen in de locht (Barger Oosterveld)
hoepel maar op
fochteln
foenzeln
wegstoppen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Waor hej dat non weer henfoggeld (Dalen)
met een stomp mes snijden(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Dat was gien snieden meer, hij foggelde der mit dat stompe mes deurhen (Barger Oosterveld)