folio onbepaald, telwoord
  1. in ruime mate, genoeg

    Dat hebt wij folio (Sleen)

    Der zit folio kienholt in, daor meuj de trekzage wal bij hebben (Hijken)

    Praoties folio, maar wat doen? How maar! (Ruinerwold)

    Die hef ze bij de folio (Pesse)

    Doe het heideveld nog niet ontgunnen was, hadden de boeren heide veur de schaop in folio

    z. ook

    Je kunt wel paor planties metkriegen, wij heb ze in het folio (Drouwen)

    Ze loopt er bij de folio (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...