fommel -s, dehet, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: foemel (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), fumme (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. dikke vrouw

    Wat een fommel van een wief (Sleen)

    Het wordt een dikke fommel, zo langzamerhand (Stieltjeskanaal)

    Een dikke fumme van een wief (Zuidwolde)

    was niet zo precies, kieskeurig

    poemel

    fommelkont

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...