Ook: gaalmen
galmen
Die klokken die galmen zo mooi (Emmer Compascuum)
Het galmt je deur de kop hen, ...deur de bienen
z. ook
hoog en/of hard zingen
Dat mèens galmt deur de kerk (Balloo)
Hij zingt hard, het galmt over de streek (Barger Compascuum)
Dat wicht zingt zo hoge, ze galmt overal boven oet (Beilen)
As e ienmal an het zingen is, galmt e de hiele dag deur (Coevorden)
De kinder galmen het oet (Een)
schreeuwen, huilen(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Muj hum ies heuren galmen (Nijeveen)