gebèenzel het, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Spellingvarianten als bij: bèenzeln

  1. het moeizaam gaan(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dat gebèenzel deur die modder, daor woj wel zo ofgepeigerd van (Fluitenberg)

    Zie ook:
  2. het opjagen

    Dat gebèensel met dat pèerd möt opholden (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...