gebengel het, Zuidwest-Drenthe Zuid Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. geslenter

    Uut de schoel direct naor huus komen, heur! Dat gebengel langs de straote, dat wil ik niet (Fluitenberg)

    Zie ook:
  2. klokgelui

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...