gebloemd bijvoeglijk naamwoord
  1. met bloemetjesmotieven

    Zij hef een mooi gebloumde schoet veur (Barger Compascuum)

    Wij hebt gebloemd behang (Sleen)

    ...gebloemd pepier

    waarderen

    Wat mooi gebloemd holt (Westervelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...