geblokt bijvoeglijk naamwoord
  1. met blokmotief

    Hij haar een geblokte strik veur (Barger Compascuum)

    en mooi geblokt jassie (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. zwaar gebouwd(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    De olde Grönniger peerde waren geblokte peerden (Ruinerwold)

    Een mooie geblokte kou (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...