gedippeteerd bijvoeglijk naamwoord

Ook: gedippu..., gedepu...

  1. gedeputeerd

    De Gedippeteerde Staoten, dat is toch wel zo'n beetien het hoogste college van een provincie (Coevorden)

    Het besluut is enèumen, mar het mut nog goed ekeurd worden deur de gedippeteerden (Broekhuizen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...