gedrèeid bijvoeglijk naamwoord
  1. gedraaid

    Ik heb een mooi gedraaide steel an de schuppe (Klazienaveen)

    Daor zit een gedraaide pokkel in

    z. ook

    Zie ook:
  2. sterk en stevig gebouwd, vaak kort en enigszins gedrongen

    Het was een gedreide kerel (Roswinkel)

    een gedrèeid endtien

    z. ook

    Hij zit good gedreeid in mekaer (Diever)

    Dat is wel zun gedreide

    hij is er bijna door

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...