geelstript bijvoeglijk naamwoord
  1. met gele strepen

    Vroeger dreugen de menschen hier geelstript en blauwstript boezeroenen (Nieuw Dordrecht)

    Wij hadden geelstripte rokken (Sleen)

    Dei het een geelstreept klaid an (Emmer Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...