geer geren, de, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: gèer (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. geer, schuin lopende strook

    Wij hebt een akker met een geer en dat is zo lastig met het ploegen (Zweelo)

    Vrouger muzzen de vrouwlu een geer an het hemd hebben (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...