gehamerd bijvoeglijk naamwoord
  1. van 'schapenwolkjes' op bijv. koper- en zilverwerk, geslagen met een hamer door een edelsmid

    Zie ook:
  2. van lucht met schapenwolkjes, hamerslag(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    De lucht kan zo gehamerd wezen (Zuidwolde)

    Zie ook:
  3. gespikkeld van een duif

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...