gehiel het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gehail (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), geheel (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), geheil (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), geheul (Midden-Drenthe)

  1. het geheel, totaal

    Over het geheeil nummen was de opbrengst wel gooud (Gasselte)

    Over het gehail genomen vonden wie het mor domme vraogen (Valthermond)

    houten, lichte eg met vier hoofdbalkjes en korte houten tanden, te trekken door één paard

    Zij was gehiel in 't witte

    en in

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...