Ook: gelèerd (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
geleerd
Die vent hef een geleerd koppie (Barger Compascuum)
Het was een geleerde baos (Rolde)
Het is mij net geleerd genog
erg moe
Hij was zukzölf te geleerd of
stap maar eens op
vies, vuil, ten dele opzettelijke woordspeling op
glèren
Wat bi'j smèrig, wat ziej der gelèerd oet (Buinen)
Hij zöt er aordig geleerd oet
heeft geen schulden (Ruw), ook
Hij zaag er goud geleerd oet; hij haar de stront an de klompen (Roderwolde)
Een gelèerde jas
Dat zaakie stinkt te veule, dat is mij te geleerd
vernieling