geleis het, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: gelaider (Veenkoloniën), gleis, g(e)lais (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), glais

  1. rails, het spoor

    Vrouger hadden ze bie het landanmaken kipkarren op glais (Barger Compascuum)

    De kipkarre lopt aordig goud in het gelais (Emmer Erfscheidenveen)

    De geleis van het spoor

    meestal als volt. deelw.

    wordt opbreuken (Rolde)

    Veurdaw wieder kunt, moew even het geleis veurleggen

    geschrokken (Noo), z. ook

    Wij wilt an het ontginnen, het geleis lig er al bij langs (Zweelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...