genugelijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: genoegelijk (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), genougelijk (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), geneugelijk (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), genoougelijk (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. genoeglijk

    Het was een genugelijke aovend (Klazienaveen)

    Wat zitten ai daor toch genougelijk bai mekaor (Roden)

    Zie ook:
  2. van zijn genoegen blijkgevend

    Het waren een paar genugelijke aolde lugies (Sleen)

    Dan kan hie zo genugelijk toekieken (Hollandscheveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...