Ook: gèren (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)
geren, schuin toelopen
Op de Drentse essen is mor een enkel akker, die niet geert (Anderen)
Nao de ruilverkaveling geert de akkers niet meer (Weerdinge)
Zo'n mooie, gerende rok die wol ik nog wel ies hebben (Klazienaveen)
Bij een gerende akker is veur en achter niet even breed (Vledder)
de kwaaie pier
kielen
het omleggen van een ring om ton
Gèren van een tonnegie of toete (Dwingelo)
ijverig in zijn dienstwerk
geerslaon