geren onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: gèren (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. geren, schuin toelopen

    Op de Drentse essen is mor een enkel akker, die niet geert (Anderen)

    Nao de ruilverkaveling geert de akkers niet meer (Weerdinge)

    Zo'n mooie, gerende rok die wol ik nog wel ies hebben (Klazienaveen)

    Bij een gerende akker is veur en achter niet even breed (Vledder)

    de kwaaie pier

    kielen

    Zie ook:
  2. het omleggen van een ring om ton

    Gèren van een tonnegie of toete (Dwingelo)

    ijverig in zijn dienstwerk

    geerslaon

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...