gevalligheid de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid Bron: Drentsche Volksalmanak
  1. behagen, plezier, genoegen

    Hij hef zien gevalligheid der an had, nou mut e de rest ok mar opknappen (Coevorden)

    Aj mij een gevalligheid wilt doen, neemt dan een pond vleis van de slager mit (Ruinerwold)

    Aandermans verdriet, daor

    hef hij gevalligheid an (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...