Ook: gewaiten (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), geweeiten (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), geweiten (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), gewieten (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
geweten
Dei het gain zuver gewaiten (Emmer Compascuum)
Die kerel duurt alles an, die hef een roem geweten (Gasselte)
Die man hef gien geweten (Hooghalen)
Dat wil ik niet graag op mien geweten hebben (Zwiggelte)
Disse olde kerel hef hiel wat op zien geweten (Ruinerwold)
Hie hef een schoon geweten (Oosterhesselen)
gien rustig geweten (Nijeveen)
Dat kan hij nich aover zien geweten kriegen (Nieuw Schoonebeek)
As der wat is daj nich goud daon hebt, dan knaogt je geweiten op zien slimst (Barger Compascuum)
Zien geweten zal wel gaon spreken (Meppel)
...begunt hum te plaogen (Eext)
De minister kan gooud praoten, maor het komp hum niet an 't geweeiten
z. ook
Hie probeert zien geweten in slaop te sussen (Emmen)
Wat heb ie op oen geweten?
. Deze laatste werd wel gehouden in een aquarium, was oneetbaar en werd bij naderend onweer onrustig (Bro) etc., z. ook
Ik heb gien rooie cent op mien geweiten
is niet goed wijs (Sle), z. ook