gewoon
Daor woont hiel gewoon volk (Stieltjeskanaal)
Ik bin het niet gewoon, late op te staon (Hoogeveen)
Die kerel is hiel gewoon bleven
hij was schatrijk
eenvoudigweg
Ik heb der gewoon gien zin an (Roderwolde)
gewoonlijk
Hie döt aans as gewoon (Emmen)
*Ie kunt lang genog hangen, aj het mor gewoon bint (Sleen)
Aj het mor gewoon bint, kuj wal met het gat in de hekel zitten (Sleen)
Doe mar gewoon, dan doej al gek genog (Vledder)