gewricht
De gewrichten begunnen te kraoken (Valthermond)
Wat hef dat mannegie dikke gewrichten (Geesbrug)
Hij hef een ontsteking an het gewricht (Gieten)
Tegen regen dut mij dat iene gewricht altied zeer (Hooghalen)
Dat pèerd hef volle gewrichten, der zit vocht in (Sleen)