giesel -s, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: gesel

  1. gesel

    De vörst geet as een giesel over het laand (Beilen)

    Geef hum mor wat met de giesel um de latsen (Stieltjeskanaal)

    Zie ook:
  2. klap(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Za'k dij een giesel verkopen (Borger)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...