in vliegende vaart gaan
Der kwam ineens een harde wind, de blaren en het zaand gieselden over de straote (Beilen)
De steinties gieselden over het waoter (Roderwolde)
Zie gieselden in het rond (Rolde)
Ik schruk toch zo, dat ding gieselde mij um de oren (Beilen)
Der weide een pan van dak, het ding gieselde an mij langs (Gasselte)
Fiene snei gieselt over het karkhof
Het gieselt mij veur de ogen
ja waarachtig
Trientien komp hier nooit meer; zul ze een hond hebben zien gieseln?
serieus nemen, je moet er mee oppassen