Ook: gaiten (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), geiten (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), geten (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), geeiten (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)
gieten
Wat een weer, het hef de heeile dag ja nog niks aans daon as geeiten (Eext)
Het regende zo, dat het geut de locht uut (Havelte)
begieten
Wij moeten elke dag de bloumen geiten (Een)
Wij geeit de slaotbedden met dit waarm weer (Gasselte)