ginnegappen onovergankelijk, werkwoord, zwak

Ook: ginnegabben

  1. ginnegappen

    Die meiden doet niks as ginnegappen (Westerbork)

    Wat zit die kerel toch altied te ginnegappen om niks

    Lig toch niet te ginnegappen

    z. ook

    Zie ook:
  2. niets uitvoeren(Kop van Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Kost mie wel is even helpen, staaist daor toch mor te ginnegappen (Emmer Erfscheidenveen)

    Staot toch niet zo te ginnegappen, doet mar is wat (Elim)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...