Ook: glans (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe)
glans
Kerel, daor lig een mooie glans op dat peerd (Klazienaveen)
Op dat kabinet lig een mooie, diepe glaans (Padhuis)
Ze hebben een mooie glaans op de deuren (Erica)
Daor is de glaans ok of
z. ook
Veur heur trouwen was het zo'n net maagien en nou zit er gien glaans of heerlijkheid meer op (Ruinerwold)
Hij is mit glans deur het examen kommen (Barger Compascuum)