gleuf gleuven, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe

Ook: gleuve (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. gleuf

    Ze hebben een gleuf graoven veur de waoterlaaiding (Roderwolde)

    Aj bonen poot, moej

    eerst een gleuf in de grond maken geul (Sleen)

    Der zit een gleuve in een hoed (Elim)

    't Neie beschot is gaon warken, der zit beste gleuven tussen de plaanken

    weet alles (Emm), ook

    As het hiel hard vrös, koomt der gleuven ien het ies (Ruinerwold)

    Een hilde, die geurt, zit vol gleuven (Zuidwolde)

    z. ook

    glief

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...