glieren onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. glijden

    Wij kunden as kinder veule beter glieren op klompen dan op schoenen (Beilen)

    Wat kunden wij mooi op oos gliebaan glieren (Rolde)

    het hoofd opzij draaien en naar die kant kijken

    glien

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...