glimlach de
  1. glimlach

    Dat is zo'n zoerproem, der kan gien glimlachie of (Borger)

    Die hef altied zo'n minachtend glimlachie op het gezichte (Hollandscheveld)

    heeft er geen voordeel van

    glichlache

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...