glippen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. glippen

    Het mes glipte mij oet

    hij is niet in een goed humeur

    Het koppie glipte mij tot de handen oet, ...zo oet de handen (Hijken)

    Laot hum niet glippen, dan is e veur de kippen

    van plan

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...