gniezen onovergankelijk, sterk, werkwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kniezen (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. grijnzen

    IJ kunt wal zien dat e het niet mient, hie gnis zo (Sleen)

    Jaan stun te kniezen, doou Haarm een drei um de oren kreeg (Eext)

    Wat heb ie te gniezen (Ruinerwold)

    Kniezen as 'n podde op de kloeten

    ...as een bok dei op kraomvisite gaait

    Hij knees as de duvel veur het geutsgat (Roderwolde)

    Bron: Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding Zie ook:
  2. uit de naad barsten(Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidwest-Drenthe Noord)

    De hiele naote gnis mij uut de jasse (Schoonoord)

    Die jasse is zo krap, hij is der uut egnezen (Wapse)

    Die jaze is die te naauw, de naoden kniezen (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...