gouden
Zij kreeg bij het slagen een golden alozie (Sleen)
Hij hef daor een golden tied ehad
Een golden gat
Hij meint dat e een golden kont hef
Dat is iene met een golden gat
Die hef een golden dak op het hoes
Zij hebt hum golden bargen beloofd
Het golden kalf anbidden (Ruinerwold)
Hij hef de kippe mit de golden eier eslacht (Meppel)
het golden kalf eslaacht (Dwingelo)
Die man legt ok golden windeier
Golden liesje