gommesdaogen tussenwerpsel Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. uitroep van verwondering of bevestiging

    Gommesdaogen, wat hebben ie ja mooie sielotten in toene (Valthermond)

    Gommesdaogen, bi'j der al weer (Een)

    Gommesdaogen haol, zee mien grootvaoder (Eelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...