gompepier het
  1. licht papier dat wil plakken

    Dat coevort zit een raantien gompapier an. Aj het nat maakt, kuj hum zo dichteplakken (Pesse)

    Een vloeigie vèur een sjekkie is ook gompepier (Dwingelo)

    Gompepier is plakbaand, det aj um een pakkien doet (Ruinerwold)

    Der har een scheure in ein blad van het bouk zeten, en daor hadden ze een strookie gompapier over pl (Emmer Erfscheidenveen)

    plakpepier

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...