gretig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gredig (Midden-Drenthe), greidig (Zuidwest-Drenthe Zuid), greiig, greizig (Zuidwest-Drenthe Zuid), grietig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), greitig (Kop van Drenthe), grei (Zuidwest-Drenthe Zuid)

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & Oostermoer en Zuidenveld (Courant) & Oostermoer en Zuidenveld (Courant)
  1. gretig, happig, gulzig

    De koenen bint er hielemaole niet grei, ...greidig op (Zuidwolde)

    Der was een woning te koop, en die man was der zo gretig op dat e hum direct kocht hef (Klazienaveen)

    Het was zo lekker, het gung der gretig in (Stieltjeskanaal)

    Hij is een greizige baos, hij vernemp gien grommegien (Pesse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...