griemen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: graimen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), greimen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), greeimen (Midden-Drenthe)

  1. knoeien, morsen

    Wel het door zitten te greimen, het binnen allemaol vlekken (Emmer Erfscheidenveen)

    Netties eten en niet zo zitten te griemen (Hijken)

    De kwaojonges laggen bai de sloot te greimen (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...