grunigheid de
  1. groene kleur

    De greunigheid möot der eerst wat of wezen

    Der zit nog wat grunigheid tussen het heui

    Wat zit er nog een grunigheid in de rogge (Sleen)

    we moot het meien nog even oetstellen

    Zie ook:
  2. onrijp fruit

    Hij hef teveul van die gruinighaaid eten (Barger Compascuum)

    Et niet zovöl grunigheid (Padhuis)

    Zie ook:
  3. onervaren gedrag

    Wat een groot eigenwies wicht is dat, zij drèeit van grunigheid (Coevorden)

    Dat is niks as grunigheid van hum (Hoogeveen)

    Zie ook:
  4. groente(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Ik moe nog even wat grunigheid veur de middag halen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...