gruunland het
  1. grasland, weiland

    Wij moeten even een stuk gruunland scheuren (Klazienaveen)

    Wij hebt gruunlanden en esgronden (Eext)

    Overdag gungen de schaope hen de heide en 's aovends gungen ze nog even het gruunland in (Padhuis)

    weideland,

    gresland

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...