gruunvoer het
  1. groenvoer

    In de haarfst kriegen de beeisten veul gruinvoor (Norg)

    Gruunvoor is hier knollen en sparre (Hooghalen)

    knollen, sporrie en serradella (Peize)

    en bietenloof (Weerdinge)

    Ie mutten de kippen in het hokke wat gruunvoor geven; op miere bint ze gek (Meppel)

    Vanmiddag kriew greuinvoor

    gruunhoekien

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...