gulpen I onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: gölpen (Zuidwest-Drenthe)

  1. gutsend stromen, klotsen

    De dakgeute is kapot, het gulpt er aover (Meppel)

    Het gulpde hum oet de hals

    Het had zo regend, het wotter gulpte bie de straode langes (Emmer Erfscheidenveen)

    Ik har mai zo sneden, het bloud gulpde der oet (Eexterveen)

    Het gulpt de locht uut

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...