gunterbok de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: gèertpèerd, geitebok (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), ...pèerd, halfke, hemelgeitie (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), hemelschaop

Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. watersnip, Capella gallinago

    De gunterbokkies bint ook weer in de locht (Pesse)

    Aachter in het veld kuj nog wel is, veural as het stil is, een gunterbokkie heuren (Eext)

    Een gunterbokkie guntert en mekkert as een sikke (Smilde)

    Dat wicht dat is net een gunterbokkien

    Hij lacht as een gunterbok

    Zie ook:
  2. lachebek, giebelaar(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Een gunterbok is iene, die um alle scheten lacht (Emmen)

    een kind, dat gauw lacht (Gieten)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...