hakkerig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: hakkig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. onregelmatig, met hakken en takken

    Wat hebt ze je dat haor hakkerig ofknipt (Drouwen)

    Hie mèeit hakkerig (Sleen)

    Hoe komp dat broodmes toch zo hakkerig, daor kunj jao niet mèer met snien, dat meuj eerst wal wèer (Hijken)

    De zwao is hakkig (Roderwolde)

    Het verslag was wel wat hakkerig, mor hij kwaamp der toch uut

    Wat proot dat jong hakkerig (Weerdinge)

    Je moeten niet zo hakkerig schrieven

    Het goed weur zo hakkerig of eknipt (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...