handig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: haandig (Zuidwest-Drenthe), hendig (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. handig

    Het is een handig ventien, ik kan hum in de warkplaatse goed gebruken (Meppel)

    Dat is haandig in het wark

    Dat wark dat stiet hum handig (Sleen)

    Zie ook:
  2. snel, vlot

    IJ moet er op reken dat e je angeven zal en dan zuj de plietsie handig veur je deur staon hebben (Eext)

    Dat hej handig veur mekaar kregen (Hijken)

    Hie was handig vertrökken (Sleen)

    Die kan handig uut de weg komen, die zit niks in de wege (Klazienaveen)

    Zie ook:
  3. klein en jong, nog niet volwassen

    Het is mor een handig kerelie (Roderwolde)

    Een handige jong is een jong zo tuschen de 12 en 16 jaor (Sleen)

    12 - 13 joor (Barger Compascuum)

    10 - 16 jaor (Klazienaveen)

    15 - 17 jaor (Hoogeveen)

    Het was een handig pinkien (Mantinge)

    Het is nog maor zo'n handig ding, maor ze is goed bij de tied

    Zie ook:
  4. handzaam, gemakkelijk te hanteren

    Het waren van dei handige gorms, dei kunden ie gemakkelijk naor boven smieten (Barger Oosterveld)

    Het binnen nog mor handige dinkies (Eelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...